Voor één biefstuk is 4000 liter water nodig, er gaat maar liefst 104 liter water in een plakje kaas en het fokken van dieren voor voedsel is wat betreft onze voedselproductie, de grootste bijdrager aan klimaatverandering.
Tot zover de feiten over een alledaags aspect dat wij als de gewoonste zaak van de wereld beschouwen: onze voeding. Tevens stoppen we ook even met het ‘vingers wijzen’ naar de vlees- en zuiveleter. Wij behoren namelijk zelf tot deze groep, en zouden als we een voorspelling moeten doen het er niet op gokken dat wij binnenkort vegan worden. Wat ons echter wel bezig houdt is het deels volgen van een plantaardig voedingspatroon. Iets waar we later in dit artikel beslist op terug gaan komen. Bovendien gaan we andere feiten aanhalen, kijken naar het effect van ‘lekker’ eten op moedertje aarde en daarnaast zullen we bekijken hoe we het met z’n allen toch ietsje anders kunnen doen.
Hoe groot het negatieve effect van de vlees- en zuivelindustrie werkelijk is
Dit artikel begonnen wij eigenlijk al met de conclusie; het eten van vlees en zuivel heeft een bovengemiddeld groot effect op het milieu als je kijkt naar onze dagelijkse voeding. Misschien niks nieuws, maar om het besef hiervan te laten groeien, is de ‘waarom’ achter deze feiten geen overbodige luxe.
Binnen de productie van voedsel verbruikt de ene voedingsgroep weer meer dan de andere en misschien raad je het al: de veehouderij is de grootste boosdoener. Met veehouderij bedoelen wij zowel het houden van dieren met consumptie als doel, als het houden van dieren voor de zuivelproductie (bijvoorbeeld melkkoeien). Veel mensen vergeten snel de zuivelindustrie, een veel gemaakte fout.
De productie van voedsel is ook verantwoordelijk voor meer dan een kwart van alle door mensen veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen. Een groot deel van die uitstoot is het gevolg van de eerder genoemde veehouderij. De veehouderij veroorzaakt namelijk op dit ogenblik 10% van de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland. (Bron: Rapport RLI). Alle dieren moeten natuurlijk ook eten, en blijkbaar veel want tweederde van alle landbouwgrond ter wereld wordt gebruikt als weiland voor grazende dieren of de teelt van veevoer.
Kortom, de invloed van deze industrieën reikt veel verder dan de logica die we koppelen aan het eten en drinken van dergelijke producten. Ja, het houden en slachten van dieren is vervuilend, maar en zijn diverse stadia vooraf en achteraf die minstens zo – misschien wel erger – vervuilen als deze aspecten.
Moeten wij dan allemaal maar gelijk vegan worden? In een ideale wereld zou dat natuurlijk gigantisch helpen, maar in de praktijk weten ook wij dat dit niet gaat gebeuren. In onze ogen is de eerste stap flexitariër worden, en daarmee wordt het eetpatroon ook gelijk dus een stuk plantaardiger.
Aardiger tegen planten? Flexi-wat? Goed, dat zullen we iets meer uitleggen.
Wat houdt het zijn van flexitariër in en wat zijn de gevolgen ervan?
Een mens moet natuurlijk eten, dat is simpelweg een feit. Ook hebben wij niet de intentie om iedereen veganist te laten worden, maar de bewustwording en daardoor bijvoorbeeld het worden van flexitariër, zoals wijzelf zijn, zouden wij dan wel weer meer en meer willen zien. Volgens de feiten is iemand al flexitariër wanneer je 2 dagen in de week geen vlees eet. Aardig haalbaar toch, zo lijkt ons. Maar wat voor verschil maak je door minder vlees te eten? En wat doet het met het milieu als je je broodje niet elke dag belegd met kaas? Misschien kunnen we dit het best duidelijk maken met wat voorbeelden.
Bijvoorbeeld het verbruik van water bij productie van verschillende voedingsmiddelen, waar het eerder in dit artikel al over ging. De productie van een sojaburger van 150 g vereist 160 liter water. Dezelfde burger maar dan van rundvlees, vereist 15 keer zoveel water en de watervoetafdruk van 1 liter sojamelk is gemiddeld ongeveer 300 liter, terwijl dat voor koemelk vier keer zoveel is. En over broeikasgassen gesproken, de productie van roomboter heeft een vier keer zo grote uitstoot dan bij de productie van margarine, kies je een halvarine, dan is dit verschil nog groter. In het rapport ‘milieubelasting van de voedselconsumptie in Nederland’ door het RIVM blijkt dat wanneer je kijkt naar het effect van zuivelproducten op de klimaatverandering boter bestaande uit zuivel (roomboter) voor het grootste negatieve effect zorgt. Dit is direct te verklaren doordat dit product, net als bij kaas, voor het grootste gedeelte uit melk bestaat en de melkveehouderij zwaar belastend is voor het milieu. Met andere woorden: je kunt in kleine stappen al een relatief groot effect teweeg brengen.
Door je dieet en daarmee eetpatronen dus lichtelijk te veranderen maak je gelijk een groot verschil voor moedertje aarde. Natuurlijk vereist het wat aanpassing, en de eerste reactie is vaak dat je toch wel af en toe vlees en vis wil eten, roomboter op je brood wil doen en yoghurt als ontbijt. Toch is de oplossing er een waar wij van denken dat naast moedertje aarde, ook jij gewoon heel blij wordt en je af en toe gewoon mag genieten van je vleesgerechten.
Wat dan? De kracht van plantaardig, zoals Becel hier mooi beschrijft, is het antwoord.
Wat is plantaardig eten?
De basis van een plantaardig dieet bestaat vooral uit groenten, fruit, knollen (zoals aardappelen), granen, peulvruchten, noten en zaden en zo min mogelijk vlees, vis, zuivel en eieren. Een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon heeft positieve gezondheidseffecten. Er zijn ook aardig wat producten die iedereen eigenlijk al heel goed kent, die ook plantaardig zijn. Margarine producten, gemaakt van plantaardige ingrediënten, passen bijvoorbeeld perfect binnen een plantaardig voedingspatroon. Over het algemeen hebben plantaardige producten een lagere impact op het milieu dan dierlijke producten, waardoor een verschuiving naar een meer plantaardig voedingspatroon dan ook gunstig is voor het milieu.
Feiten zijn ook maar feiten. Hoe houden we het lekker en leuk?
Plantaardig eten is heerlijk. Het zorgt voor een zeer gevarieerd dieet en je lichaam gaat er heel blij mee zijn. Doordat je plantaardig eet, in plaats van bijvoorbeeld veganistisch maak je het jezelf wat minder lastig. Er zijn een aantal makkelijke manieren om je voeding minder dierlijk te maken, waarbij de belangrijkste tip is om de basis goed op orde te hebben. Je dag begint bij het ontbijt, dus hier kan je dan ook gelijk scoren. Vervang je boter door 100% plantaardige varianten van Becel bijvoorbeeld. Top-tip van de redactie: besmeer je boterham met Becel met Kokos-Amandelolie en een beetje plantaardige chocopasta en je hebt een Bounty op je brood. Maakt je goede voornemens vasthouden toch iets makkelijker en tegelijkertijd krijg je door de margarine onverzadigde vetten Omega 3 en 6 binnen.
Ga verder lekker op avontuur in de keuken. Beloof jezelf dat je nog maar drie keer per week vlees eet en dus de andere keren op de vega of plantaardige-tour gaat. Genoeg vegetarische recepten op Foodini te vinden, en (bijna) allemaal makkelijk. Als je dan toch op de fitguy/girl tour bent, vervang je zuivel door plantaardige varianten. Soja “yoghurt” in plaats van je normale yoghurt bijvoorbeeld. En je havermout is dus ook bijzonder lekker met soja- of amandelmelk. De Becel vararianten bevatten bijvoorbeeld 50% minder suiker dan koemelk-varianten. Leuk, een beetje avontuurlijk en dus een flink verschil voor het milieu.
Win, win en uhm win!
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Becel.